Na het kopen van een nieuwe laminaatvloer kun je een vakman laten komen om de vloer te laten plaatsen, maar het is ook heel goed mogelijk om je nieuwe laminaatvloer zelf te leggen. Het is niet ingewikkeld en je kunt er geld mee besparen, dat je anders uit moet geven aan die vakman.

Hieronder wordt beschreven hoe je het leggen van laminaat zou kunnen aanpakken en welk gereedschap je daarbij kunt gebruiken.

Gereedschap

Naast het laminaat zelf, de ondervloer en de vochtwerende folie, heb je natuurlijk ook gereedschap nodig voor het plaatsen van je laminaatvloer. Leg het volgende gereedschap klaar voordat je gaat beginnen:

• Toffelzaag of handzaag
• Figuurzaag
• Laminaat snijtoestel (deze kun je eventueel huren)
• Verstekzaag (voor bij de plinten)
• Klokboor (voor bij de radiatorbuizen)
• Spietjes voor uitzetvoegen
• Plaatsingsblok
• Rubberen hamer
• Winkelhaak
• Aanslagijzer
• Aanslagblokje
• Duimstok of rolmaat
• Potlood

De meeste van deze tools kan je bij ons ook aankopen. Zie hiervoor onze categorie met toebehoren: https://www.vloerenshop.be/categorie/toebehoren/

De voorbereiding op het laminaat leggen

Om het plaatsen van je laminaat goed voor te bereiden begin je eerst met het schoonmaken van de ruimte waar je de vloer gaat leggen. Het is belangrijk dat het oppervlakte helemaal stofvrij en schoon is, voordat je begint.

Rol daarna de folie uit die je onder je ondervloer gaat neerleggen, om vocht tegen te houden. Aan de kant van de muren moet je het folie ongeveer vijf centimeter naar boven laten uitsteken en je kunt het beste zorgen voor een overlap van zo’n twintig centimeter tussen de verschillende stroken folie. Plak vervolgens de stroken folie aan elkaar met aluminium plakband.

Voordat je het laminaat kunt gaan leggen, moet je het even laten acclimatiseren in de ruimte waar het geplaatst gaat worden, dit gedurende minstens twee volle dagen. Je kunt de pakken laminaat daarbij gewoon opstapelen met wat ruimte tussen de verschillende stapels, zodat er lucht bij kan.

De volgende stap is dan het inkorten van de deurlijsten met de toffelzaag of handzaag. Hiervoor heb je een stuk van de ondervloer en een stuk van het laminaat nodig, die je op elkaar legt tegen de deurlijst aan, om zo te bepalen hoeveel je deze moet inkorten om je vloer te laten passen. Na het plaatsen van je vloer moet je ook even controleren of de deuren nog wel voldoende ruimte overhebben om soepel te openen en sluiten.

De plaatsing van het laminaat

Bij het plaatsen van je laminaat begin je bij de ondervloer. Je rolt deze uit, met de gladde kant naar boven. Dit is belangrijk omdat je het laminaat zwevend gaat plaatsen, wat betekent dat je vloer na plaatsing nog kan bewegen. Je kunt de verschillende stukken van de ondervloer tegen elkaar aanleggen, je hoeft ze niet aan elkaar vast te plakken.

Als de ondervloer klaar is begin je met het laminaat. Je maakt een aantal van de gekochte pakken open en mengt de stapels door elkaar. Dan kun je de eerste rij gaan leggen, zorg ervoor dat deze helemaal recht komt te liggen. Let er verder op dat je spietjes plaatst tussen de muur en het laminaat, om zo een uitzetvoeg te creëren. De mate van uitzetting kan per laminaatsoort verschillen, maar houd in elk geval rekening met een ruimte van zo’n acht millimeter.

Als de muur niet helemaal recht is kun je de uitzetting ook gebruiken om ervoor te zorgen dat de eerste rij van je vloer wel helemaal recht komen te liggen. Je maakt de uitzetting daartoe op sommige plekken groter dan op andere, waardoor je afwijkingen van de muur corrigeert.

Voor het leggen van je hele laminaatvloer zijn de eerste twee rijen het belangrijkst, je moet hier dus extra aandacht aan besteden en ze tegelijkertijd leggen. Je begint met een hele plank op de eerste rij en legt tegelijkertijd een halve op de tweede. Dit verspringen houd je vast bij de volgende rijen die je legt, waardoor je vloer mooi komt te liggen.

Als je klaar bent met de eerste twee rijen, ga je verder met de volgende. Je werkt op deze manier de hele vloer rij voor rij af. Aan het einde van een rij snijd je het laminaat af, zodat het netjes past. Bij een nieuwe rij begin je met het overschot van de vorige rij, mits dit minimaal 40 centimeter lang is. Als je wilt dat je laminaatvloer rustig oogt, dan zorg je ervoor dat het eerste stuk van de verspringende rij steeds even lang is en je een regelmatig verband krijgt.

Bij het leggen van de laatste rij, moet je het laminaat waarschijnlijk in de lengte snijden, omdat het anders niet past, zorg ook hier weer voor uitzetspietjes. Als alle rijen af zijn, kun je beginnen met de plinten, die je op de uitzetvoegen plaatst. Tenslotte maak je de laminaatvloer helemaal stofvrij, door hem goed te stofzuigen en af te doen met een lichtvochtige doek.

Daarna ben je helemaal klaar en kun je gaan genieten van je harde werk en prachtige laminaatvloer!