Laminaat leggen: 10 tips voor de echte doe-het-zelver

Laminaat leggen is één van die klusjes die niet per se lastig is, maar wel tijdrovend. Daarnaast moet je uiterst secuur zijn bij de plaatsing van het laminaat.

Het is daarom ook niet zo verwonderlijk dat dit klusje vaak wordt uitbesteed aan je klussende vader die het per definitie toch wel beter weet als het gaat om de klusjes.

Maar dat is helemaal nergens voor nodig, laminaat leggen is gemakkelijker dan je denkt.

Hier volgen 10 tips om het plaatsen van het laminaat een stuk eenvoudiger te maken.

Tip 1: een goede voorbereiding is het halve werk

Bekijk eerst in welke ruimte je het laminaat gaat plaatsen. In de meeste kamers kun je gewoon laminaat plaatsen, maar in een natte ruimte zoals de badkamer is het beter om geen gewoon laminaat te plaatsen.

Meet vervolgens het oppervlak van je vloer. Tip: neem er 10 cm extra bij in verband met zaagverlies. Je hebt liever te veel dan te weinig laminaat in huis.

Wanneer dit bepaald is en je hebt het laminaat in huis, is het aan te raden om het laminaat 48 uur te geven om te kunnen acclimatiseren. In de tussentijd kun jij op zoek gaan naar de benodigdheden voor dit klusje. Normaliter zijn dat:

• Het laminaat zelf
• Meetapparatuur
• Ondervloer
• Hamer
• Stootblok
• Slagijzer
• Potlood
• Laminaatsnijder of een zaag
• Afstandhouders
• Plinten + Plintschaar
• Tape

De meeste van deze benodigdheden kan je trouwens vinden op onze webshop (categorie “toebehoren”): https://www.vloerenshop.be/categorie/toebehoren/
Zorg ervoor dat je werkomgeving goed opgeruimd is, zodat je nergens hinder van zult ondervinden.

Tip 2: de ondervloer leggen

Voordat je kunt beginnen met het leggen van het laminaat, is het belangrijk dat de ruimte voorzien is van een ondervloer. Raffel dit niet af: een goede ondervloer kan ervoor zorgen dat het laminaat langer meegaat.

Let bij de keuze voor het type ondervloer op de ondergrond van de ruimte(s): bij bijvoorbeeld een betonnen vloer is het aan te raden om te kiezen voor een dampdichte ondervloer, zodat vocht je laminaat niet zal beschadigen.

Mocht je een onderbuur hebben, is het aan te raden om te kiezen voor iets geluiddempends.

Wanneer je een keuze hebt gemaakt, kun je aan de slag met de ondervloer. Hoe je dit aanpakt, is aan jou: je kunt de ondervloer in één keer plaatsen, maar je kunt er ook voor kiezen om eerst een strook ondervloer te leggen en vervolgens een strook laminaat daar bovenop te plaatsen.

Dit vermindert het risico dat de ondervloer beschadigd raakt, omdat je er niet constant overheen loopt.

Tip 3: de richting van het laminaat

Aan de hand van legrichting van je vloer kun je een ruimte er optisch groter uit laten zien. Een ruimte ziet er namelijk langer uit wanneer je het laminaat in de lengte plaatst. Leg je het laminaat in de breedte, ziet de ruimte er breder uit.

Tip: tevens wordt aangeraden om het laminaat in de richting van het grootste raam te plaatsen, zodat het zonlicht met de planken mee valt.

Tip 4: het begin

Begin in de hoek van een kamer. Check even de verpakking, want hierop staat aangegeven of het laminaat met de mes- of de groefzijde naar de muur moet liggen. Gebruik de afstandhouders om het laminaat een centimeter van de muur verwijderd te houden, zodat het laminaat de ruimte heeft om uit te zetten.

Een laatste tip: gebruik het laminaat van verschillende verpakkingen door elkaar. Eventuele verkleuringen vallen hierdoor niet op.

Tip 5: inkorten van het laminaat

Vervolgens is het een kwestie van het laminaat in elkaar klikken. Gebruik hiervoor een hamer en een stootblok, zodat het laminaat stevig aan elkaar vastzit.

Wanneer je het einde van de eerste baan bereikt, zul je waarschijnlijk niet helemaal goed uitkomen.

Dit houdt in dat je het laminaat op maat moet maken. Teken af hoeveel je nog nodig hebt, en gebruik vervolgens een laminaatsnijder (of zaag) om het laminaat in te korten.

Gebruik een slagijzer + hamer om uiteindes goed vast te klikken.

Tip 6: gebruik het restant

Het restant kun je gebruiken voor het begin van de volgende baan (mits het groter is dan 30 cm, anders moet je een stuk van een andere plank af zagen). Op deze manier beperk je het restafval dat je overhoudt, en het zorgt voor een mooie overgang.

Tip 7: de volgende baan

Sluit het volgende stuk gekanteld aan de zijkant van de eerste baan aan. Klik de plank naar beneden, en gebruik het stootblok + hamer om deze goed vast te klikken. Je kunt nu verder met de volgende baan.

Tip 8: moeilijke plekken

Elke ruimte heeft wel plekken waar een recht stuk laminaat niet zal passen. Denk bijvoorbeeld aan leidingen die langs de muur lopen. In dat geval zul je een deeltje uit het laminaat moeten zagen, om het geheel te laten passen. Teken dit op het laminaat en gebruik een decoupeerzaag om het af te zagen. Het laminaat zal nu wel passen.

Tip 9: de laatste baan

Naar alle waarschijnlijkheid moet je de laatste baan in de breedte bijsnijden om deze te laten passen. Om het geheel precies af te kunnen tekenen, leg je een plank exact op de voorlaatste rij. Hier leg je een tweede plank bovenop, die je tegen de afstandhouders op de muur plaatst.

Vervolgens teken je af langs de rand van de bovenste plank. Gebruik dan een laminaatsnijder of zaag om het geheel op maat te maken.

Tip 10: de plinten

Nu je klaar bent met het leggen van het laminaat, wacht er nog één klusje op je: de plinten.

Dankzij de afstandhouders zit er nog een ruimte van een centimeter tussen het laminaat en de muur: hier plaats je de plinten.

Er zijn verschillende soorten plinten. Het makkelijkst te plaatsen zijn de plakplinten. Houdt een plintschaar bij de hand om het geheel op maat te houden.

Aan de slag!

Aan de hand van deze tips kun je aan de slag met het leggen van het laminaat. Zelfs een doe-het-zelf groentje kan dankzij deze tips zijn eigen laminaat leggen.

Veel succes!